Hardloopschoenen vs. trailrunschoenen: wat is het verschil – en welke heb jij nodig?

Als je begint met hardlopen, trek je vaak gewoon een paar hardloopschoenen aan en ga je op pad. Maar zodra je de gebaande paden verlaat en het bos in duikt, merk je al snel: dit voelt anders. Gladde wortels, modder, losliggende stenen... Je normale hardloopschoenen zijn hier duidelijk niet voor gemaakt. Maar wat is nou precies het verschil tussen hardloopschoenen en trailrunschoenen? En wanneer heb je welke nodig?

Ik leg het je uit.

Trailrunschoenen zijn veel meer dan gewone hardloopschoenen met noppen er onder. 

Het eerste wat opvalt aan trailrunschoenen is de zool. Waar een hardloopschoen vaak een vrij vlak profiel heeft, barst een trailrunschoen van de noppen. Die geven je grip op natte bladeren, modder, zand en alles daartussenin. Sommige trailschoenen hebben zelfs een zool die lijkt op die van een mountainbikeband – niet overdreven, want op een steile, natte afdaling wil je echt niet wegglijden. Deze trailschoenen worden ook veel gebruikt bij survivalruns, mud runs en obstakel runs.

Hardloopschoenen zijn ontworpen voor asfalt. Ze bieden vaak meer demping, wat fijn is voor lange, monotone rechte stukken. Maar de natuur bestaat gelukkig niet uit asfalt en dempt van zichzelf al veel meer. Trailrunschoenen zijn meestal wat lager bij de grond en hebben een stabielere basis. Daardoor sta je steviger bij zijwaartse bewegingen, bijvoorbeeld als je ineens moet bijsturen op een smal, slingerend paadje.

Trailrunschoenen hebben vaak een verstevigde neus (tegen stoten), rockplates (tegen scherpe stenen) en waterafstotende materialen. Hardloopschoenen zijn meestal juist ontworpen om zo licht en ademend mogelijk te zijn – ideaal op de weg, maar niet als je door nat gras of plassen moet.

Omdat je in trailrunschoenen vaker zijwaarts beweegt en op oneffen terrein loopt, sluiten ze vaak strakker aan om je voet. Je wil geen schuivende voet in je schoen als je over boomwortels springt. Bij wegmodellen is de pasvorm vaak iets ruimer voor comfort tijdens rechttoe-rechtaan kilometers.

Hardloopschoenen zijn vaak lichter, omdat ze ontworpen zijn voor snelheid en efficiëntie op een egaal wegdek. Trailrunschoenen zijn doorgaans iets zwaarder, vooral door het extra profiel, beschermende elementen en stevigere materialen. Dat beetje extra gewicht betaal je graag terug in grip en controle op ruiger terrein.

Asfalt is voorspelbaar, bospaden zijn dat niet. Trailrunschoenen zijn daarom gebouwd om tegen een stootje te kunnen. De buitenzool is vaak van harder rubber dat minder snel slijt op ruw terrein, en het bovenwerk is verstevigd om scheuren en schuren tegen te gaan. Hardloopschoenen slijten sneller als je ze op trails gebruikt, zeker in natte of modderige omstandigheden.

Er is de laatste jaren ook een derde categorie ontstaan: road-to-trail schoenen , ook wel gravelschoenen genoemd. Dit zijn schoenen die het midden houden tussen beide werelden. Ze hebben net wat meer profiel dan een wegmodel, maar zijn niet zo grof als een echte trailschoen. Ideaal voor lopers die een rondje doen dat begint op asfalt, maar al snel overgaat in gravel, schelpenpad of licht onverhard terrein.

In Nederland lijkt het misschien allemaal ‘vlak en braaf’, maar schijn bedriegt. Zodra je van het asfalt afwijkt, wil je schoenen die daarop gebouwd zijn. Denk aan de duinen, de Veluwe, Zuid-Limburg, de Utrechtse Heuvelrug, Drents-Friese Wold – zelfs een regenachtig bosperceel in Noord-Holland verandert snel in een glijbaan als je er met gladde zolen overheen gaat.

Zodra je onverhard gaat hardlopen, zijn trailrunschoenen geen luxe maar een must.

Ze geven je grip, bescherming en vertrouwen. En dat maakt je loop niet alleen veiliger, maar ook een stuk leuker.

Loop je afwisselend op verhard én onverhard? Dan kan een road-to-trail schoen de perfecte oplossing zijn.

Hieronder enkele vragen die we over trailrunschoenen gehad hebben. Staat je vraag er niet bij? Neem gerust contact met ons op.